Bij het gebruik van een auto van de zaak is het doel van je rit van groot belang om te bepalen of er sprake is van ofwel een zakelijke- of ofwel een privé-rit. Soms ben je namelijk in de veronderstelling dat een rit met een bepaald doel gewoon een zakelijk karakter heeft.

Bezoeken die je bijvoorbeeld doet onder de normale openingstijden van je onderneming voor medische doeleinden hebben geen zakelijk karakter, deze worden aangemerkt als een privé-rit. Rij je tijdens een rit naar een klant voor de bespreking van een project ook nog even langs de supermarkt voor wat boodschappen voor het gezin dan valt dit deel van de rit niet onder het zakelijk verkeer.

In alle gevallen dien je dit soort ritten ook in je rittenadministratie te vermelden met als aantekening dat deze een privékarakter bezitten.

Chauffeur en auto van de zaak

Je dient ook een onderscheidt te maken in het geval je gebruik maakt van een chauffeur. In dit geval staat de auto jou als ondernemer ter beschikking. Jij bepaalt namelijk welke ritten er plaatvinden. In dit geval kun je als zakelijke ritten beschouwen het halen en brengen naar zakelijke bijeenkomsten maar ook in het geval je ergens wordt afgezet en je chauffeur weer met de auto terug rijdt naar de zaak.

Ook zakelijk is het geval indien jij ergens wordt afgezet en je geeft je chauffeur de opdracht om te wachten met de mogelijkheid om ergens in de buurt iets voor de inwendige mens te halen. Zodra er echter een privé-tint aan het geheel vastzit dan is er in dit geval dus ook gewoon sprake van privégebruik.

Bepalen waarde van de auto

Bij het bepalen van de waarde van de auto dien jij je als ondernemer aan de volgende regel te houden. De regel bepaald namelijk dat je een onderscheidt dient te maken naar de leeftijd van de auto die je in gebruik hebt.

Heb je een auto in bezit dat ouder is dan vijftien jaar dan dien je als waarde voor het privégebruik de waarde in het economisch verkeer te hanteren. Dat is dus de waarde wat je bij verkoop van de auto zou krijgen. Is er echter geen sprake van een auto dat ouder is dan vijftien jaar dan dien je voor de berekening gewoon uit te gaan van de cataloguswaarde van de auto.

Catalogusprijs van de auto

De catalogusprijs van de auto wordt vastgesteld volgens een bepaalde manier. Voor het bepalen van de waarde zijn van belang de omzetbelasting, het bouwjaar en de nieuwprijs. Daarbij dient het altijd te gaan om de catalogusprijs zoals dat is vastgesteld voor gebruik in Nederland.

Heb je dus een auto gekocht in het buitenland dan dien je de catalogusprijs volgens Nederlandse maatstaven te hanteren. Gaat het om een gebruikte of tweedehandse auto dan dien je ook uit te gaan van de catalogusprijs zoals dat voor Nederland geldt.

Nieuwprijs auto

De nieuwprijs van de auto is namelijk de prijs zoals dat is vastgesteld door de importeur. Hierbij wordt uitgegaan van het jaar waarin de auto werd gebouwd en als prijs gebruik je de prijs dat is vastgesteld voor verkoop aan derden. De nieuwprijs is inclusief de omzetbelasting.

Een belangrijk onderscheidt dat je dient te maken bij de vaststelling van de nieuwprijs is het onderscheidt tussen een standaarduitvoering van de auto en een luxe uitvoering van de auto.

Een luxe uitvoering kan betekenen dat de auto van allerlei toeters en bellen wordt voorzien die het gebruiksgemak nog verder doen toenemen. De afzonderlijke prijzen van al deze opties dien je dan mee te nemen in het bepalen van je catalogusprijs. Het maakt hierbij dan niet uit of deze luxe opties door de dealer zijn aangebracht of vanuit de fabriek zijn geplaatst. In beide gevallen verhogen de opties dus de catalogusprijs.

Tenaamstelling van de auto

Een ander belangrijk onderscheidt dat telt is het jaar van tenaamstelling van de auto. Hier dien je een onderscheidt te maken tussen de datum voor 1 juli 2006 en de datum na 1 juli 2006.

Heb je te maken met een auto dat voor 1 juli 2006 is aangeschaft dan wordt de catalogusprijs bepaald door alleen rekening te houden met opties die tot de datum van tenaamstelling zijn geplaatst met dus als grens dat het moet gaan om een auto dat voor 1 juli 2006 op naam is gesteld.

Gaat het om een auto dat op of na 1 juli 2006 op naam is gesteld dan tellen alleen die opties mee bij het bepalen van de catalogusprijs die door de fabriek of autodealer zijn geplaatst. Let er dus op dat het hier alleen gaat om opties die door de dealer of fabrikant zijn geplaatst na die datum. Indien een plaatselijk garage iets extra’s aan de auto toevoegt dan telt dat dus niet mee voor het bepalen van de catalogusprijs.

Kortingen op aanschafwaarde

Een ander punt dat van belang is bij het bepalen van de catalogusprijs is dat je geen rekening met kortingen op de aanschafwaarde mag houden. Aan de andere kant tellen de afleveringskosten niet mee voor het bepalen van de catalogusprijs.

Auto ouder dan 15 jaar

Wanneer het gaat om een auto van ouder dan 15 jaar dan ben je in privé wel voordelig uit wat betreft het bepalen van de te hanteren prijs. De waarde van een echte klassieker of een oldtimer kan namelijk vaak vele malen hoger kan uitvallen dan de oorspronkelijke cataloguswaarde. Als percentage wordt in dit geval 35% gehanteerd.

Als ondernemer is het verder ook niet mogelijk dat indien je nog ergens een tijdelijke dienstbetrekking hebt en je gebruikt de auto van de zaak om hiermee naar je werk te gaan dan kun je de kosten hiervan niet aanmerken als kosten van dienstbetrekking.

Evenredige bijtelling

Voor het bepalen van de cataloguswaarde dien je ook rekening te houden met de aanschaf ergens in de loop van het jaar. Je krijgt dan te maken met een evenredige bijtelling.

Vervang je de auto dus op 1 mei door een andere auto dan neem je in het eerste geval ¼ maal de cataloguswaarde van de oude auto en voor de nieuwe auto 1/8 maal de cataloguswaarde. Dezelfde berekening kun je ook toepassen in het geval de auto de leeftijd van meer dan 15 jaar heeft bereikt. In dit geval maak je dan ook een tijdsevenredige splitsing met daarbij een verschil in de waarde van de auto.

Het kan ook zo zijn dat je in firmaverband een auto gebruikt. In dat geval dient de bijtelling naar gebruik te worden verdeeld over alle firmanten.

Bij het rijden in een auto van de zaak waarbij privé-aspecten van toepassing zijn kun je te maken krijgen met diverse regels. Als ondernemer dien je deze regels goed in acht te slaan om zo tot een juiste verwerking te komen van de auto van de zaak in je aangifte inkomstenbelasting.

Pin It on Pinterest

Share This